Carien Pluimers, vrijwilligster bij het Aandachtscentrum, stelt zich graag aan u voor

Een jaar na de oorlog, op een zondag, werd ik in Markelo (Twente) geboren. Ik ben dus niet alleen een Tukker maar ook een zondagskind! Ik heb nog een oudere broer en zus. Na de lagere school in Markelo ging ik naar het Baudartius Lyceum in Zutphen. Eerst een half uur fietsen en dan nog een half uur met de trein. Best pittig.

Daarna heb ik 2 jaar Frans gestudeerd in Utrecht, zonder veel succes, alleen op mijn kamer studeren vond ik niet prettig, het studentenleven was te gezellig. Ik wilde gaan werken maar van mijn vader moest ik eerst een diploma halen, dus een jaartje Schoevers.   

Ik kreeg een baan als medisch secretaresse in het  Diaconessen ziekenhuis in Utrecht. Zo combineerde ik het studentenleven met geld verdienen.

Uiteindelijk haalde ik mijn Frans op een andere manier door te trouwen met een Frans. Na het huwelijk zijn we naar Zambia vertrokken. Via Buitenlandse Zaken kreeg Frans een baan bij de ILO, een VN organisatie. 2 jaar later verhuisden we naar Geneve.

We kregen twee kinderen. Ik deed een masterstudie in International relations, want werken was niet toegestaan in Zwitserland voor buitenlanders die bij de Verenigde Naties werkten.

Begin jaren ’90 vertrokken we voor 7 jaar naar Senegal. Ik zou daar mijn Master studie afmaken maar door een staking op de universiteit was dat helaas niet mogelijk. Gelukkig kreeg ik via een Nederlander die bij UNESCO werkte een baan als coördinator in een alfabetiseringsprojekt. Het leven in Afrika heb ik altijd zeer prettig en makkelijk gevonden. De kinderen zaten op een Frans-Senegalese school en hadden het naar hun zin.

Na Senegal terug naar Nederland, een onbekende bestemming voor onze kinderen. Die wisten niets van Nederland. Frans bleef nog enkele jaren werken voor de ILO in Geneve en kwam in het weekend naar Den Haag.

Ik heb vijf jaar parttime gewerkt voor de Hervormde Haagse Diaconie als coördinator van (SIV) – vakantieweken voor mensen met een lichamelijke beperking. 

Toen ik daar werkte leerde ik het Aandachtscentrum en de oprichter ervan, Freek Nijssen, kennen. Ongeveer 17 jaar geleden ben ik begonnen als vrijwilligster. Het was in eerste instantie wennen, ik kende de doelgroep eigenlijk niet, hoe kom je met ze in gesprek zonder meteen te vragen hoe het met ze gaat. Een van de eerste keren dat ik dienst deed vroeg een bezoeker (hij komt al jaren niet meer) hoe vaak ik verkracht was in mijn leven. Iedereen was muisstil. Mijn antwoord: in ieder geval twee keer, want ik heb twee kinderen. Daar leek hij tevreden mee te zijn. Soms kunnen bezoekers agressief tekeer gaan. Gelukkig blijft het de meeste keren bij verbale agressie. Bang ben ik nooit geweest. Aangezien ik primair reagerend ben is mijn reactie misschien niet altijd de juiste bij calamiteiten, maar tot nu toe is het altijd goed gegaan. Ik vind het werk nog steeds erg leuk, zowel de contacten met de bezoekers als de samenwerking met de vrijwilligers. Je leert veel, je hoort veel, je word mild in je oordeel, het is gezellig.